Over muziek…
Muziek zet ons in beweging, het zet ons denken in taal stil en vormt deze om in affecten.
Muziek is een uiting van onze emoties, het brengt ons terug naar bepaalde fasen in ons leven en laat ons deze opnieuw proeven, ruiken en beleven of herleven.
Muziek is daarmede ook een uiting van hetgeen we niet onder woorden kunnen brengen maar er toch wel degelijk is. Muziek laat ons de werkelijkheid ontstijgen en ons een andere dimensie zien, horen of voelen.
Muziek is overal, iedereen beweegt zich op zijn eigen ritme of laat zich meevoeren door het ritme van de voetstappen uit het omringende milieu.
Muziek heeft geen vaste melodielijn waar aan vast gehouden dient te worden het heeft enkel een beginpunt waar het soms naar terugkeert en zich vanaf daar opnieuw herhaalt en weer een andere kant opgaat.
Muziek manifesteert zich op verschillende niveaus. Vanuit de natuur; het ritme van het lopen, vanuit cultuur; ritme van het vervoer, saamhorigheid, media; idealen/verwachtingen/ consumptie. Vanuit onszelf; individuele verlangens en idealen, onderscheidt maken.
Muziek kent geen afgebakend territorium, we bakenen ons territorium er mee af of laten ons erdoor meevoeren naar andere gebieden. Muziek kent geen vaste instrumenten waaruit het voortvloeit, het vloeit voort uit ons ‘stromen’, ons ‘worden’ en ons ‘gaan’.
Filosofie & Psychologie
maandag 27 juni 2011
woensdag 9 maart 2011
PPO
Invloed op gedrag
Fysieke factoren: factoren als ziekte, pijn, uiterlijk( zelfbeleving) en honger zijn fysieke factoren die het gedrag van mensen kunnen beïnvloeden. Dit zijn lichamelijke factoren die invloed hebben op het denken en het daaruit volgende handelen van een mens.
Psychische factoren: factoren als zelfbeeld ( zelfwaardering), persoonlijkheidskenmerken ( introvert, extrovert, dominant, verlegen) , de levensfase waarin iemand zich bevindt ( bijv. puberteit) en intelligentie en muzikaliteit ( ‘succes’ in maatschappij) zijn psychische factoren die het gedrag van mensen kunnen beïnvloeden. Dit zijn psychische factoren die invloed kunnen hebben op de lichaamstaal/ fysiek handelen van een mens. Er is dus sprake van een wisselwerking tussen lichamelijke en psychische factoren.
Sociale factoren: Sociale factoren die invloed kunnen hebben op het gedrag/handelen van een mens ; omgeving ; de directe omgeving ; ouders, partner, kinderen( primaire groep) , naast de primaire groep zijn er mensen die voor jou belangrijk zijn; vrienden, vriendinnen, broers/zussen ( mening wordt belangrijk gevonden). Allen kunnen ze fungeren als imitatiemodel; bewuste en onbewuste gedragingen worden overgenomen. Naast de directe omgeving is de situatie waarin iemand zich bevindt ook van invloed; thuis of in de vriendenkring wordt iemand een andere rol toegekend dan bijv. op het werk of op school. Deze factoren hebben vooral betrekking op de verwachtingswaarden van anderen (omgeving/situatie) en die van iemand zelf ( gedraagt zich naar verwachting/ of verwacht dat hij/zij zich zo zou moeten gedragen)
Culturele en spirituele factoren: culturele factoren die van invloed kunnen zijn op het gedrag van een mens zijn bijv. de omgang, gebruiken en gewoontes binnen een bepaalde cultuur of subcultuur( normen en waarden). Dit kunnen maatschappelijke culturen zijn ( etniciteit, leefstijl; jeugd) maar ook organisatieculturen; iedere organisatie heeft een andere manier van werken/effectiviteit en dus andere regels/werkvormen/normen/waarden. Spirituele factoren hebben ook betrekking op culturele en sociale factoren, dit zijn de geloof/levensovertuigingen en de daarbij horende riten; voedingsgewoonten, gedrag vrije tijd ( bijv. Iemand die aanhanger is van het christelijke geloof zal op zondag niet werken/sporten).
Fysische en geografische factoren: factoren als jaargetijde en klimaat( geografisch bepaald) kunnen van invloed zijn op het gedrag van een mens. Wanneer het bijv. een zonnige dag is ( veel licht) zijn er veel meer mensen op straat die beter gehumeurd lijken en de vrolijke gekleurde kleding weer uit de kast hebben getrokken. Zowel het licht/klimaat ( meer en langer) als de omgeving beïnvloeden dan het gedrag/handelen van een mens. Het klimaat beïnvloed bijv. woningbouw en kleding; koud land/omgeving= warme kleding; gebied waar veel orkanen voorkomen = daarop aangepaste woningbouw ( huizen op palen).
Gedrag van een leerling
Het gedrag van een leerling in de klas kan door bovenstaande factoren beïnvloed worden. Wanneer een leerling bijvoorbeeld een negatief zelfbeeld heeft gecreëerd door onzekerheid over zijn of haar uiterlijk ( fysieke factor) kan zich dat op verschillende manieren uitten in de lichaamstaal/handelingen van de leerling.
Voorbeeld:
Anne vindt zichzelf te dik, soms wordt ze hiermee ook gepest, vooral tijdens gym. Haar conditie is minder dan die van klasgenootjes en bij iedere lichamelijke oefening begint ze hevig te transpireren en loopt ze rood aan. Bij teamsamenstellingen wordt ze altijd als laatste gekozen want niemand wil die ‘langzame zeug’ in het team hebben, aldus klasgenootjes. Nu verzint Anne iedere keer een smoes om maar niet mee te hoeven doen aan de gymles. Ook heeft Anne moeite om in het openbaar haar lunch op te eten en wanneer ze een presentatie voor de klas moet geven blijft ze ook liever thuis.
In het voorbeeld komen bepaalde gedragingen naar voren die zijn voortgekomen uit een negatieve gedachtepatroon met betrekking tot het uiterlijk. Anne vindt zichzelf te dik (gedachte), dit wordt door haar klasgenootjes bevestigd ( ‘langzame zeug’), het gevolg hiervan is dat Anne situaties waarin haar onzekerheid naar voren komt ( gymles, openbaar eten, voor de klas staan) gaat vermijden.
Zoals eerder al vermeld bestaat er een wisselwerking tussen lichamelijke en psychische factoren. Een lichamelijke factor als uiterlijk ( te dik) heeft invloed op iemands psyche en kan leiden tot een negatief zelfbeeld, een lage zelfwaardering. Dit kan niet alleen leiden tot het vermijden van ‘ongemakkelijke’ situaties maar kan helemaal doorgevoerd worden in alle gedragingen/lichaamsuitingen. Een leerling die bijvoorbeeld erg onzeker is over zichzelf zal vaak niet graag op de voorgrond staan en misschien wel verlegen of introvert zijn. Daarnaast is het ook mogelijk dat een leerling dan juist vervalt in het uiterste van verlegen en dus wel op de voorgrond staat, brutaal en extravert overkomt, om de onzekerheid te verbergen.
In het voorbeeld komt ook naar voren dat sociale factoren een grote invloed kunnen hebben op het gedrag van iemand. Anne wordt door haar klasgenootjes ‘langzame zeug’ genoemd, nu zou ze zich hier niets van aan kunnen trekken en gewoon door kunnen gaan sporten maar het feit dat ze dit niet doet betekent wel dat de mening van de groep belangrijk gevonden wordt. Anne wil graag bij de groep horen en daarom trekt ze zich hier wel wat van aan. Aangezien het een fictief voorbeeld is kan wel gezegd worden dat niet iedereen altijd even onaardig is tegen Anne, met een van de jongens, Fawad, die tijdens de gymles net zoals zijn vrienden altijd grapjes maakt over haar uiterlijke verschijning gaat ze wel eens om; gezellig naar de bioscoop, de stad e.d. Fawad doet soms gewoon zijn vrienden na (imitatie) zonder echt na te denken over de gevolgen.
Naast fysieke, psychologische en sociale factoren kunnen culturele en fysische factoren ook invloed hebben op het gedrag van een leerling.
Voorbeeld:
Fawad is geboren in Afghanistan en woont nu al vier jaar in Nederland. Toen Fawad voor het eerst in Nederland kwam was het winter en sneeuwde het. Fawad had nog nooit sneeuw gezien en verwonderde zich over dit koude, witte spul dat uit de hemel kwam dwarrelen. Hij vond dit erg mooi maar het duurde wel even voordat hij gewend was aan de kou. Intussen heeft Fawad al een aantal winters meegemaakt en is nu gewend aan de winterse temperaturen. Ook kent Fawad de Nederlandse taal nu goed, dit vormde in het begin een groot obstakel in de communicatie en het sluiten van vriendschappen maar gelukkig namen zijn klasgenootjes hem snel op in de groep. Hoewel Fawad al goed ingeburgerd is kan hij nog steeds niet begrijpen dat vele van zijn klasgenootjes thuis hun avond eten niet gezamenlijk met hun familieleden eten. Als Fawad niet voor het avondeten thuis is, te laat binnenkomt, krijgt hij van zijn moeder een draai om zijn oor.
In het voorbeeld hierboven komt een culturele factor voor die het gedrag van een leerling kan beïnvloeden. Wanneer een leerling vanuit een ander land hierheen is gekomen en de Nederlandse taal nog niet zo goed spreekt kunnen de onderlinge cultuurverschillen ( taal behoort tot cultuur) leiden tot onbegrip en miscommunicatie met als gevolg geen aansluiting kunnen vinden in een groep.
Gelukkig voor Fawad namen zijn klasgenootjes hem al wel snel op in de groep hierdoor leerde hij veel sneller de Nederlandse taal en gebruiken. Stel dat dit niet gebeurd was dan had Fawad waarschijnlijk alleen aansluiting kunnen vinden bij zijn familie of andere Afghaanse vrienden buitenschool en was hij misschien wel veel minder snel bekend geraakt met de Nederlandse cultuur. Dit kwam bijvoorbeeld voor in de Bijlmer, hier woonde veel mensen behorend tot een andere etniciteit bij elkaar, ze spraken vrijwel alleen hun eigen taal en beperkten bij wijze van spreken hun wereld tot hun buurt. Nu is er niets mis mee met het behouden van de eigen culturele identiteit maar dit kan bijvoorbeeld wel leiden tot het minder snel vinden van werk en dus nadelig zijn voor het ‘meekomen in de maatschappij’.
Wat ook in het voorbeeld naar voren komt is een culturele factor die afwijkt van de dominante factor . Er bestaan namelijk ook verschillende subculturen. Stel dat het kenmerkend is voor de Nederlandse cultuur dat het bij elkaar, als gezin, zijn niet een dominante culturele factor is maar dat er meer nadruk wordt gelegd op het sociale naar buiten gerichte leven ( werk, vrienden) . Bij Fawad staat familie juist wel hoog in vaandel, binnen zijn cultuur ( Afghaans / moslim) is familie het belangrijkst, je familie weet wat goed voor je is , zij bepalen ook met wie je gaat trouwen. Dit behoort dan niet tot de algemene cultuur en kan dan een subcultuur genoemd worden.
De fysische factor uit het voorbeeld heeft betrekking op het klimaat. Fawad kende geen winter en moest dus erg wennen en zich aanpassen aan het Nederlandse klimaat. Fawad was eerst alleen gewend aan de zonnige warme dagen in zijn land. Doordat hij nu veel minder zon ( licht) kreeg dan hij gewend was kreeg Fawad last van een winterdepressie.
Wanneer een leerling, net als Fawad, last heeft van een winterdepressie kun je dit ook herkennen in het gedrag; een leerling ziet er vermoeid uit/ is prikkelbaar/ heeft nergens zin in ( hangt over de tafel) / heeft geen of minder behoefte aan sociaal contact/sluit zich af.
* De voorbeelden zijn fictief en kunnen daarom afwijken van de werkelijkheid; zo kent Afghanistan wel strenge winters en sneeuwstormen.
Fysieke factoren: factoren als ziekte, pijn, uiterlijk( zelfbeleving) en honger zijn fysieke factoren die het gedrag van mensen kunnen beïnvloeden. Dit zijn lichamelijke factoren die invloed hebben op het denken en het daaruit volgende handelen van een mens.
Psychische factoren: factoren als zelfbeeld ( zelfwaardering), persoonlijkheidskenmerken ( introvert, extrovert, dominant, verlegen) , de levensfase waarin iemand zich bevindt ( bijv. puberteit) en intelligentie en muzikaliteit ( ‘succes’ in maatschappij) zijn psychische factoren die het gedrag van mensen kunnen beïnvloeden. Dit zijn psychische factoren die invloed kunnen hebben op de lichaamstaal/ fysiek handelen van een mens. Er is dus sprake van een wisselwerking tussen lichamelijke en psychische factoren.
Sociale factoren: Sociale factoren die invloed kunnen hebben op het gedrag/handelen van een mens ; omgeving ; de directe omgeving ; ouders, partner, kinderen( primaire groep) , naast de primaire groep zijn er mensen die voor jou belangrijk zijn; vrienden, vriendinnen, broers/zussen ( mening wordt belangrijk gevonden). Allen kunnen ze fungeren als imitatiemodel; bewuste en onbewuste gedragingen worden overgenomen. Naast de directe omgeving is de situatie waarin iemand zich bevindt ook van invloed; thuis of in de vriendenkring wordt iemand een andere rol toegekend dan bijv. op het werk of op school. Deze factoren hebben vooral betrekking op de verwachtingswaarden van anderen (omgeving/situatie) en die van iemand zelf ( gedraagt zich naar verwachting/ of verwacht dat hij/zij zich zo zou moeten gedragen)
Culturele en spirituele factoren: culturele factoren die van invloed kunnen zijn op het gedrag van een mens zijn bijv. de omgang, gebruiken en gewoontes binnen een bepaalde cultuur of subcultuur( normen en waarden). Dit kunnen maatschappelijke culturen zijn ( etniciteit, leefstijl; jeugd) maar ook organisatieculturen; iedere organisatie heeft een andere manier van werken/effectiviteit en dus andere regels/werkvormen/normen/waarden. Spirituele factoren hebben ook betrekking op culturele en sociale factoren, dit zijn de geloof/levensovertuigingen en de daarbij horende riten; voedingsgewoonten, gedrag vrije tijd ( bijv. Iemand die aanhanger is van het christelijke geloof zal op zondag niet werken/sporten).
Fysische en geografische factoren: factoren als jaargetijde en klimaat( geografisch bepaald) kunnen van invloed zijn op het gedrag van een mens. Wanneer het bijv. een zonnige dag is ( veel licht) zijn er veel meer mensen op straat die beter gehumeurd lijken en de vrolijke gekleurde kleding weer uit de kast hebben getrokken. Zowel het licht/klimaat ( meer en langer) als de omgeving beïnvloeden dan het gedrag/handelen van een mens. Het klimaat beïnvloed bijv. woningbouw en kleding; koud land/omgeving= warme kleding; gebied waar veel orkanen voorkomen = daarop aangepaste woningbouw ( huizen op palen).
Gedrag van een leerling
Het gedrag van een leerling in de klas kan door bovenstaande factoren beïnvloed worden. Wanneer een leerling bijvoorbeeld een negatief zelfbeeld heeft gecreëerd door onzekerheid over zijn of haar uiterlijk ( fysieke factor) kan zich dat op verschillende manieren uitten in de lichaamstaal/handelingen van de leerling.
Voorbeeld:
Anne vindt zichzelf te dik, soms wordt ze hiermee ook gepest, vooral tijdens gym. Haar conditie is minder dan die van klasgenootjes en bij iedere lichamelijke oefening begint ze hevig te transpireren en loopt ze rood aan. Bij teamsamenstellingen wordt ze altijd als laatste gekozen want niemand wil die ‘langzame zeug’ in het team hebben, aldus klasgenootjes. Nu verzint Anne iedere keer een smoes om maar niet mee te hoeven doen aan de gymles. Ook heeft Anne moeite om in het openbaar haar lunch op te eten en wanneer ze een presentatie voor de klas moet geven blijft ze ook liever thuis.
In het voorbeeld komen bepaalde gedragingen naar voren die zijn voortgekomen uit een negatieve gedachtepatroon met betrekking tot het uiterlijk. Anne vindt zichzelf te dik (gedachte), dit wordt door haar klasgenootjes bevestigd ( ‘langzame zeug’), het gevolg hiervan is dat Anne situaties waarin haar onzekerheid naar voren komt ( gymles, openbaar eten, voor de klas staan) gaat vermijden.
Zoals eerder al vermeld bestaat er een wisselwerking tussen lichamelijke en psychische factoren. Een lichamelijke factor als uiterlijk ( te dik) heeft invloed op iemands psyche en kan leiden tot een negatief zelfbeeld, een lage zelfwaardering. Dit kan niet alleen leiden tot het vermijden van ‘ongemakkelijke’ situaties maar kan helemaal doorgevoerd worden in alle gedragingen/lichaamsuitingen. Een leerling die bijvoorbeeld erg onzeker is over zichzelf zal vaak niet graag op de voorgrond staan en misschien wel verlegen of introvert zijn. Daarnaast is het ook mogelijk dat een leerling dan juist vervalt in het uiterste van verlegen en dus wel op de voorgrond staat, brutaal en extravert overkomt, om de onzekerheid te verbergen.
In het voorbeeld komt ook naar voren dat sociale factoren een grote invloed kunnen hebben op het gedrag van iemand. Anne wordt door haar klasgenootjes ‘langzame zeug’ genoemd, nu zou ze zich hier niets van aan kunnen trekken en gewoon door kunnen gaan sporten maar het feit dat ze dit niet doet betekent wel dat de mening van de groep belangrijk gevonden wordt. Anne wil graag bij de groep horen en daarom trekt ze zich hier wel wat van aan. Aangezien het een fictief voorbeeld is kan wel gezegd worden dat niet iedereen altijd even onaardig is tegen Anne, met een van de jongens, Fawad, die tijdens de gymles net zoals zijn vrienden altijd grapjes maakt over haar uiterlijke verschijning gaat ze wel eens om; gezellig naar de bioscoop, de stad e.d. Fawad doet soms gewoon zijn vrienden na (imitatie) zonder echt na te denken over de gevolgen.
Naast fysieke, psychologische en sociale factoren kunnen culturele en fysische factoren ook invloed hebben op het gedrag van een leerling.
Voorbeeld:
Fawad is geboren in Afghanistan en woont nu al vier jaar in Nederland. Toen Fawad voor het eerst in Nederland kwam was het winter en sneeuwde het. Fawad had nog nooit sneeuw gezien en verwonderde zich over dit koude, witte spul dat uit de hemel kwam dwarrelen. Hij vond dit erg mooi maar het duurde wel even voordat hij gewend was aan de kou. Intussen heeft Fawad al een aantal winters meegemaakt en is nu gewend aan de winterse temperaturen. Ook kent Fawad de Nederlandse taal nu goed, dit vormde in het begin een groot obstakel in de communicatie en het sluiten van vriendschappen maar gelukkig namen zijn klasgenootjes hem snel op in de groep. Hoewel Fawad al goed ingeburgerd is kan hij nog steeds niet begrijpen dat vele van zijn klasgenootjes thuis hun avond eten niet gezamenlijk met hun familieleden eten. Als Fawad niet voor het avondeten thuis is, te laat binnenkomt, krijgt hij van zijn moeder een draai om zijn oor.
In het voorbeeld hierboven komt een culturele factor voor die het gedrag van een leerling kan beïnvloeden. Wanneer een leerling vanuit een ander land hierheen is gekomen en de Nederlandse taal nog niet zo goed spreekt kunnen de onderlinge cultuurverschillen ( taal behoort tot cultuur) leiden tot onbegrip en miscommunicatie met als gevolg geen aansluiting kunnen vinden in een groep.
Gelukkig voor Fawad namen zijn klasgenootjes hem al wel snel op in de groep hierdoor leerde hij veel sneller de Nederlandse taal en gebruiken. Stel dat dit niet gebeurd was dan had Fawad waarschijnlijk alleen aansluiting kunnen vinden bij zijn familie of andere Afghaanse vrienden buitenschool en was hij misschien wel veel minder snel bekend geraakt met de Nederlandse cultuur. Dit kwam bijvoorbeeld voor in de Bijlmer, hier woonde veel mensen behorend tot een andere etniciteit bij elkaar, ze spraken vrijwel alleen hun eigen taal en beperkten bij wijze van spreken hun wereld tot hun buurt. Nu is er niets mis mee met het behouden van de eigen culturele identiteit maar dit kan bijvoorbeeld wel leiden tot het minder snel vinden van werk en dus nadelig zijn voor het ‘meekomen in de maatschappij’.
Wat ook in het voorbeeld naar voren komt is een culturele factor die afwijkt van de dominante factor . Er bestaan namelijk ook verschillende subculturen. Stel dat het kenmerkend is voor de Nederlandse cultuur dat het bij elkaar, als gezin, zijn niet een dominante culturele factor is maar dat er meer nadruk wordt gelegd op het sociale naar buiten gerichte leven ( werk, vrienden) . Bij Fawad staat familie juist wel hoog in vaandel, binnen zijn cultuur ( Afghaans / moslim) is familie het belangrijkst, je familie weet wat goed voor je is , zij bepalen ook met wie je gaat trouwen. Dit behoort dan niet tot de algemene cultuur en kan dan een subcultuur genoemd worden.
De fysische factor uit het voorbeeld heeft betrekking op het klimaat. Fawad kende geen winter en moest dus erg wennen en zich aanpassen aan het Nederlandse klimaat. Fawad was eerst alleen gewend aan de zonnige warme dagen in zijn land. Doordat hij nu veel minder zon ( licht) kreeg dan hij gewend was kreeg Fawad last van een winterdepressie.
Wanneer een leerling, net als Fawad, last heeft van een winterdepressie kun je dit ook herkennen in het gedrag; een leerling ziet er vermoeid uit/ is prikkelbaar/ heeft nergens zin in ( hangt over de tafel) / heeft geen of minder behoefte aan sociaal contact/sluit zich af.
* De voorbeelden zijn fictief en kunnen daarom afwijken van de werkelijkheid; zo kent Afghanistan wel strenge winters en sneeuwstormen.
maandag 20 december 2010
De werkelijkheid is relatief
Het was weer zo`n slapeloze nacht waarin mijn gedachtes steeds harder weerklonken in mijn hoofd en ik had een ernstige behoefte aan nicotine. Voordat ik het wist zat ik op m`n fiets al rijdend naar de horndijk waar ik op een bankje neerplofte en onder het genot van een sigaret kon genieten van ‘het mooie uitzicht’ over de loosdrechtse plassen, nu weliswaar gehuld in het maanlicht. Er stond veel wind en ik kon de golven, nu niets meer dan een donkere bewegende massa, horen neerslaan tegen de wal. Al hijsend aan mijn sigaret bereikte ik het punt van innerlijke rust en schijnbare gedachteloosheid, het einde van mijn sigaret naderend kreeg ik ineens een buitengewoon hier-moment. Ineens was ik me heel bewust van mijn lichaam en de ruimte waarin ik me bevond, alsof ik plotseling was ontstaan en voor het eerst de aarde onder mijn voeten voelde. Vergelijkend met dit gevoel leken mijn gedragingen hiervoor louter onbewust, slechts uit automatisme en vanzelfsprekend. Nu deze vanzelfsprekendheid overstijgend leek het alsof ik hiervoor mijn lichaam, mijn ‘zelf’, alsmaar had ontkent.
Opeens leken mijn zojuist geaarde voeten vastgenageld aan de grond. De duisternis had de wereld onder haar deken verhuld, enkel de woorden, de ideeën, van wat ik hier normaal bij daglicht voor me had gezien, de wal, het water, het mooie uitzicht, bleven over. De stoffelijke wereld verdween in een groot zwart gat waarin ik werd meegezogen naar de werkelijkheid in mijn hoofd en meegenomen werd op een innerlijke reis door de wereld van mijn ideeën. Met de filosofielessen nog levendig in mijn hoofd moest ik ineens denken aan Heraclitus en Plato en hun opvattingen over de werkelijkheid. Dat de stoffelijke wereld veranderlijk is en voortdurend in beweging heb ik in een verschil van dag naar nacht ervaren, en dat ik nu niet veel aan mijn zintuiglijke waarneming heb is ook wel duidelijk, enkel de ideeën van de werkelijkheid om me heen deden zich onveranderd voor in mijn hoofd. In mijn hoofd doemde zich nu de vraag op of deze ideeën die ik heb nu eigenlijk wel zo onveranderlijk zijn? De ideeën die ik nu over de werkelijkheid of wereld heb zijn niet altijd zo geweest.
Als kind had ik enkel ideeën die hun plek in de wereld nog moesten zien te vinden, zo dacht ik vroeger altijd dat wanneer je ouder werd je gewoon een huis zou krijgen. Later kwam ik erachter dat je ervoor moest betalen wat wel meteen de oneerlijkheid in huisomvang verklaarde. Nu zo terugkijkende op mijn kinderjaren herken ik wel een beetje de lijn van het mythische denken naar het logische denken. Als kind bedacht ik voor mezelf hoe de dingen in elkaar zaten, met mijn levendige fantasie creëerde ik een wereldbeeld voor mezelf. Naar mate ik ouder werd en ik door middel van ervaring een logischere kijk op de wereld had gekregen kreeg mijn omgeving toch een heel andere vorm, en nu nog steeds eigenlijk, ik leer nog steeds heel veel dingen die mijn ideeën en kijk op de wereld beïnvloeden. Zo was de werkelijkheid van mijn 12-jarige -ik ook heel erg anders dan de werkelijkheid van mijn huidige 22-jarige- ik.
Nu ik het heb over veranderende wereldbeelden ben ik opeens blij dat het wereldbeeld van de mens door de jaren heen op schrift terug te vinden is, vastgelegd is. Net zoals een foto een mimesis kan zijn van de werkelijkheid is een boek een mimesis van de tijd waarin het is geschreven, het is een momentopname, zo kunnen bepaalde verouderde ideeën waarvan we nu weten dat ze niet waar zijn, zoals men vroeger dacht dat de aarde plat was, daarin nog als waarheid gelden. Dat vind ik wel grappig en ook veel leuker dan de steeds veranderlijke informatie die op het internet gepubliceerd wordt. Maar internet is wel weer leuk omdat je daar kan zijn wie je wilt zijn zonder dat iemand weet hoe je in werkelijkheid bent, je kan jezelf voordoen alsof je zeer welvarend bent of wanneer je man bent kun je nu een vrouw zijn en noem maar op.
Zo heb je ook netwerken als Hyves en Facebook waar je een beeld van jezelf kunt creëren door bijvoorbeeld alleen maar feestende foto`s van je zelf er op te publiceren; iedereen zal denken dat je een enorm feestbeest bent. Zo zet ik ook wel eens foto`s van mezelf met een bekende Nederlander of foto`s van steden die ik heb bezocht er op zodat het lijkt alsof ik een interessant leven heb, terwijl dit ook maar slechts momentopnames waren. Maar ach ja gelukkig kun je altijd nog dromen over een ideaal leventje.
Dromen is trouwens een heerlijk tijdverdrijf en kan je ook de werkelijkheid doen overstijgen, hoewel dromen ook een zeer verwarrend effect op je kunnen hebben omdat ze zo ongelooflijk ‘echt’ kunnen lijken dat je soms even niet meer weet of je iets nu gedroomd hebt of dat het zich werkelijk heeft voorgedaan. Ik had toen ik op de middelbare school zat een telkens terugkerende droom waarin ik mijzelf in een ziekenhuisbed in coma zag liggen, om mijn bed staan allemaal onbekende mensen die daar schijnbaar mijn familie zijn .Wat er telkens weer naar voren kwam in die ‘droom’ was dat ik niet droomde dat ik in dat ziekenhuisbed lag en in coma lag maar dat ik werkelijk in coma lag en het leven dat ik nu leefde juist een droom was. Een lange tijd heb ik met dit idee in mijn hoofd gespeeld. Ik dacht voor heel even serieus dat dit leven gewoon een droom was en ging me afvragen hoe het zou zijn om eindelijk te ontwaken uit mijn coma. Ook dacht ik na over de consequentieloosheid in dromen, als dit nu allemaal een droom zou zijn kon ik dan niet gewoon alles naar mijn hand zetten? Gewoon zonder te betalen een winkel uit lopen of bij mensen hun broek naar beneden trekken…Het feit dat ik dit niet deed was genoeg voor mij om te weten dat mijn leven hier geen droom was. Afleidend hieruit bedacht ik me dat ik dan ergens diep van binnen of onbewust wist wat het verschil is tussen droom en werkelijkheid.
Over dromen gesproken, ik moet hier al minstens een uur of twee hebben gezeten. Het licht van de opgaande zon tilt stukje bij beetje de deken van duisternis op en de wereld om me heen begint weer steeds meer te lijken op de ideeën ervan in mijn gedachten. Ik rookte nog snel even een sigaretje, sprong daarna snel op m`n fiets richting huis waar ik neerplofte in bed en al snel naar dromenland vertrokken was.
Wat heb ik geleerd van deze filosofische overpeinzingen?
Ik heb geleerd dat ‘werkelijkheid’ eigenlijk maar een relatief gegeven is, het heeft betrekking op leeftijd, omgeving, tijd etc. Tijdens mijn innerlijke reis is me dan ook wel duidelijk geworden dat er niet één werkelijkheid is maar dat er verschillende dimensies van werkelijkheid zijn. Zo is hongersnood wel een werkelijkheid die behoort in de wereld maar niet voorkomt in mijn werkelijkheid. De verschillende dimensies van de werkelijkheid zou je bijvoorbeeld als volgt kunnen indelen, er zijn er ongetwijfeld nog wel meer maar laten we hiermee beginnen;
- Wereldse dimensie; hongersnood, natuurrampen
- Landelijke dimensie; bijvoorbeeld cultuur van het land/volk.
- De dimensie van de ‘ander’; bepaalde opvattingen/ideeën, het referentiekader van een persoon.
- De dimensie van het ‘ik’; je eigen opvattingen/ideeën, je eigen referentiekader.
Deze dimensies kunnen elkaar ook overlappen, zo kan de landelijke dimensie van invloed zijn op je referentiekader, op de bepaalde opvattingen en ideeën die je hebt. En kan het bijvoorbeeld ook zo zijn dat er in jou land hongernood is en jezelf ook misschien wel honger lijdt dan behoort dit tot jouw landelijke dimensie en tot de dimensie van je ‘ik’. De werkelijkheid van de één is nu eenmaal niet die van de ander.
Opeens leken mijn zojuist geaarde voeten vastgenageld aan de grond. De duisternis had de wereld onder haar deken verhuld, enkel de woorden, de ideeën, van wat ik hier normaal bij daglicht voor me had gezien, de wal, het water, het mooie uitzicht, bleven over. De stoffelijke wereld verdween in een groot zwart gat waarin ik werd meegezogen naar de werkelijkheid in mijn hoofd en meegenomen werd op een innerlijke reis door de wereld van mijn ideeën. Met de filosofielessen nog levendig in mijn hoofd moest ik ineens denken aan Heraclitus en Plato en hun opvattingen over de werkelijkheid. Dat de stoffelijke wereld veranderlijk is en voortdurend in beweging heb ik in een verschil van dag naar nacht ervaren, en dat ik nu niet veel aan mijn zintuiglijke waarneming heb is ook wel duidelijk, enkel de ideeën van de werkelijkheid om me heen deden zich onveranderd voor in mijn hoofd. In mijn hoofd doemde zich nu de vraag op of deze ideeën die ik heb nu eigenlijk wel zo onveranderlijk zijn? De ideeën die ik nu over de werkelijkheid of wereld heb zijn niet altijd zo geweest.
Als kind had ik enkel ideeën die hun plek in de wereld nog moesten zien te vinden, zo dacht ik vroeger altijd dat wanneer je ouder werd je gewoon een huis zou krijgen. Later kwam ik erachter dat je ervoor moest betalen wat wel meteen de oneerlijkheid in huisomvang verklaarde. Nu zo terugkijkende op mijn kinderjaren herken ik wel een beetje de lijn van het mythische denken naar het logische denken. Als kind bedacht ik voor mezelf hoe de dingen in elkaar zaten, met mijn levendige fantasie creëerde ik een wereldbeeld voor mezelf. Naar mate ik ouder werd en ik door middel van ervaring een logischere kijk op de wereld had gekregen kreeg mijn omgeving toch een heel andere vorm, en nu nog steeds eigenlijk, ik leer nog steeds heel veel dingen die mijn ideeën en kijk op de wereld beïnvloeden. Zo was de werkelijkheid van mijn 12-jarige -ik ook heel erg anders dan de werkelijkheid van mijn huidige 22-jarige- ik.
Nu ik het heb over veranderende wereldbeelden ben ik opeens blij dat het wereldbeeld van de mens door de jaren heen op schrift terug te vinden is, vastgelegd is. Net zoals een foto een mimesis kan zijn van de werkelijkheid is een boek een mimesis van de tijd waarin het is geschreven, het is een momentopname, zo kunnen bepaalde verouderde ideeën waarvan we nu weten dat ze niet waar zijn, zoals men vroeger dacht dat de aarde plat was, daarin nog als waarheid gelden. Dat vind ik wel grappig en ook veel leuker dan de steeds veranderlijke informatie die op het internet gepubliceerd wordt. Maar internet is wel weer leuk omdat je daar kan zijn wie je wilt zijn zonder dat iemand weet hoe je in werkelijkheid bent, je kan jezelf voordoen alsof je zeer welvarend bent of wanneer je man bent kun je nu een vrouw zijn en noem maar op.
Zo heb je ook netwerken als Hyves en Facebook waar je een beeld van jezelf kunt creëren door bijvoorbeeld alleen maar feestende foto`s van je zelf er op te publiceren; iedereen zal denken dat je een enorm feestbeest bent. Zo zet ik ook wel eens foto`s van mezelf met een bekende Nederlander of foto`s van steden die ik heb bezocht er op zodat het lijkt alsof ik een interessant leven heb, terwijl dit ook maar slechts momentopnames waren. Maar ach ja gelukkig kun je altijd nog dromen over een ideaal leventje.
Dromen is trouwens een heerlijk tijdverdrijf en kan je ook de werkelijkheid doen overstijgen, hoewel dromen ook een zeer verwarrend effect op je kunnen hebben omdat ze zo ongelooflijk ‘echt’ kunnen lijken dat je soms even niet meer weet of je iets nu gedroomd hebt of dat het zich werkelijk heeft voorgedaan. Ik had toen ik op de middelbare school zat een telkens terugkerende droom waarin ik mijzelf in een ziekenhuisbed in coma zag liggen, om mijn bed staan allemaal onbekende mensen die daar schijnbaar mijn familie zijn .Wat er telkens weer naar voren kwam in die ‘droom’ was dat ik niet droomde dat ik in dat ziekenhuisbed lag en in coma lag maar dat ik werkelijk in coma lag en het leven dat ik nu leefde juist een droom was. Een lange tijd heb ik met dit idee in mijn hoofd gespeeld. Ik dacht voor heel even serieus dat dit leven gewoon een droom was en ging me afvragen hoe het zou zijn om eindelijk te ontwaken uit mijn coma. Ook dacht ik na over de consequentieloosheid in dromen, als dit nu allemaal een droom zou zijn kon ik dan niet gewoon alles naar mijn hand zetten? Gewoon zonder te betalen een winkel uit lopen of bij mensen hun broek naar beneden trekken…Het feit dat ik dit niet deed was genoeg voor mij om te weten dat mijn leven hier geen droom was. Afleidend hieruit bedacht ik me dat ik dan ergens diep van binnen of onbewust wist wat het verschil is tussen droom en werkelijkheid.
Over dromen gesproken, ik moet hier al minstens een uur of twee hebben gezeten. Het licht van de opgaande zon tilt stukje bij beetje de deken van duisternis op en de wereld om me heen begint weer steeds meer te lijken op de ideeën ervan in mijn gedachten. Ik rookte nog snel even een sigaretje, sprong daarna snel op m`n fiets richting huis waar ik neerplofte in bed en al snel naar dromenland vertrokken was.
Wat heb ik geleerd van deze filosofische overpeinzingen?
Ik heb geleerd dat ‘werkelijkheid’ eigenlijk maar een relatief gegeven is, het heeft betrekking op leeftijd, omgeving, tijd etc. Tijdens mijn innerlijke reis is me dan ook wel duidelijk geworden dat er niet één werkelijkheid is maar dat er verschillende dimensies van werkelijkheid zijn. Zo is hongersnood wel een werkelijkheid die behoort in de wereld maar niet voorkomt in mijn werkelijkheid. De verschillende dimensies van de werkelijkheid zou je bijvoorbeeld als volgt kunnen indelen, er zijn er ongetwijfeld nog wel meer maar laten we hiermee beginnen;
- Wereldse dimensie; hongersnood, natuurrampen
- Landelijke dimensie; bijvoorbeeld cultuur van het land/volk.
- De dimensie van de ‘ander’; bepaalde opvattingen/ideeën, het referentiekader van een persoon.
- De dimensie van het ‘ik’; je eigen opvattingen/ideeën, je eigen referentiekader.
Deze dimensies kunnen elkaar ook overlappen, zo kan de landelijke dimensie van invloed zijn op je referentiekader, op de bepaalde opvattingen en ideeën die je hebt. En kan het bijvoorbeeld ook zo zijn dat er in jou land hongernood is en jezelf ook misschien wel honger lijdt dan behoort dit tot jouw landelijke dimensie en tot de dimensie van je ‘ik’. De werkelijkheid van de één is nu eenmaal niet die van de ander.
Het ‘oerelement’
Van mythos naar logos
Na 700 v. Chr. veranderde langzaamaan het mythische bewustzijn naar een meer wetenschappelijk bewustzijn, naar een discursieve denkwijze gebaseerd op empirie en ratio. Hier is waar de natuurfilosofen om het hoekje komen kijken. Bij de natuurfilosofen stond de essentie van de werkelijkheid centraal, ze keken niet naar kennis maar naar de omringende werkelijkheid, naar de natuur. Men ging zich verwonderen over de wereld en ging zich afvragen wat ons denken en geloof rondom de meest algemene dingen in ons bestaan betekenen en in hoeverre deze kloppen. De filosofie, bedacht door Thales ( samenstelling van Griekse woorden voor liefde en wijsheid), is geboren.
De natuurfilosofen gingen op zoek naar het ‘ene’, naar het ‘oerelement’ waaruit alles is ontstaan of alles aan ten grondslag ligt.
Hieronder een overzicht van de natuurfilosofen en hun ‘oerelement’;
Thales; water als oerstof
Anaximander; Apeiron als oerstof, 1e ideeën over zwaartekracht
Pythagoras; het getal (noemde zich als 1e filosoof)
Parmenides; onveranderlijkheid
Kennen alleen door denken; zintuigen subjectief:zijn bedrieglijk.Het zijnde is, het schijnde is niet.
Heraclites; strijd en veranderlijkheid. ‘Panta rei’; alles stroomt
Empedocles; 4 oerelementen
Anaxagoras: De NOUS (geest of denkstof), de supergeest, oppermachtig over alles wat leeft. Basiselementen van de wereld: spermata: de zaden of kiemen van de dingen die zelf onveranderlijk zijn maar zich vermengen met elkaar: goud is nooit 100% goud.
Leucippes en Democrites; oorsprong ‘atomen’Mijn natuurfilosoof...
De opdracht die we hadden gekregen was om een natuurfilosoof uit te kiezen, hierover hadden we een tekst ontvangen. Uit de tekst moesten we een kernachtige vraagstelling halen waarin we de denkwijze van de filosoof lieten zien . Deze vraag moesten we op een leuke en eigen manier vertalen en er een activerend lesje van maken.
De natuurfilosoof die ik zou gaan behandelen was Anaximander, helaas heb ik het vanwege een griepje niet kunnen presenteren. Hieronder alsnog even in het kort de denkwijze van mijn natuurfilosoof.
Anaximander
Anaximander ging net als de andere natuurfilosofen op zoek naar het antwoord op de vraag; waaruit is alles ontstaan?
“Het begin van de wezens is het Onbegrensde; en van waaruit het leven van de wezens voortkomt daarin voltrekt zich ook hun vernietiging, volgens noodzakelijkheid, aangezien ze allemaal, de een aan de ander, de straf en de boete van de ongerechtigheid betalen, naar de regel van de tijd.”
Naar het ‘ene’ waaruit alles is ontstaan zal men, naar de regel van de tijd, wanneer ze komen te overlijden ook weer naar terugkeren. Het levensbeginsel is volgens deze filosoof een onbepaalde stof die hij het ‘apeiron’ noemt. Anaximander was er van overtuigd dat er wel een of ander superelement (apeiron) moest bestaan die de vier elementen water, lucht, vuur en aarde in evenwicht hield.
Zijn beeld van hoe de wereld is ontstaan;
“…in het begin was er alleen maar het apeiron, de grenzeloze stof, daarna scheidden het Warme en het Koude zich af, verplaatste de een zich naar het binnenste van het universum, waar ze respectievelijk het Droge en het vochtige voortbrachten. Volgens de beste familietradities bevochten deze twee elkaar voortdurend; `s zomers slaagde het Droge erin de overhand te krijgen en zich grote hoeveelheden zee toe te eigenen door ze in waterdamp om te zetten, en `s winters heroverde het vochtige zijn verloren positie door de wolken terug te pakken en ze naar beneden te laten vallen in de vorm van regen of sneeuw. Het apeiron zag er van bovenaf op toe dat geen van tweeën ooit de overhand kreeg.”
Anaximander beschreef dus niet enkel waaruit alles ontstaan is maar, zoals je uit het bovenstaande stukje tekst kunt halen, had hij ook al een idee over het ontstaan van de seizoenen. Hierin komt het natuurfilosofische aspect van kennis op doen door middel van empirie goed naar voren; door te kijken naar wat zich voordoet in de omringende werkelijkheid, komt hij stapje voor stapje tot een verklaring van hoe de wereld in elkaar zit of ontstaan is.
Het lesje;
Hoewel ik deze niet heb kunnen doen kan ik wel even in het kort vertellen over hoe we zijn idee wilden presenteren.
Het idee was om in het begin nog niemand te vertellen over het oerelement van deze natuurfilosoof. We zouden de klas opdelen in 4 groepen en ieder groepje een element geven; water, aarde, lucht en vuur. We zouden hun vervolgens vragen om te gaan nadenken over hun element, waarom hun element eventueel wel hét oerelement of superelement zou kunnen zijn en of ze wilden nadenken over wie ‘de vijand’ en wie ‘de vriend’ van dit element is.
( Bijvoorbeeld; water dooft vuur; water is de vijand van het element vuur, of vuur verdampt water; vuur is de vijand van water) Wanneer ze dit zouden hebben bepaald zouden we even kort hun element bespreken en hun ideeën hierover om vervolgens pas het oerelement van onze filosoof, het apeiron, te verkondigen. Zo konden we aantonen hoe anders zijn denkwijze was in vergelijking tot enkele andere natuurfilosofen die het oerelement als iets stoffelijk zagen, als water, aarde, lucht of vuur.
Na 700 v. Chr. veranderde langzaamaan het mythische bewustzijn naar een meer wetenschappelijk bewustzijn, naar een discursieve denkwijze gebaseerd op empirie en ratio. Hier is waar de natuurfilosofen om het hoekje komen kijken. Bij de natuurfilosofen stond de essentie van de werkelijkheid centraal, ze keken niet naar kennis maar naar de omringende werkelijkheid, naar de natuur. Men ging zich verwonderen over de wereld en ging zich afvragen wat ons denken en geloof rondom de meest algemene dingen in ons bestaan betekenen en in hoeverre deze kloppen. De filosofie, bedacht door Thales ( samenstelling van Griekse woorden voor liefde en wijsheid), is geboren.
De natuurfilosofen gingen op zoek naar het ‘ene’, naar het ‘oerelement’ waaruit alles is ontstaan of alles aan ten grondslag ligt.
Hieronder een overzicht van de natuurfilosofen en hun ‘oerelement’;
Thales; water als oerstof
Anaximander; Apeiron als oerstof, 1e ideeën over zwaartekracht
Pythagoras; het getal (noemde zich als 1e filosoof)
Parmenides; onveranderlijkheid
Kennen alleen door denken; zintuigen subjectief:zijn bedrieglijk.Het zijnde is, het schijnde is niet.
Heraclites; strijd en veranderlijkheid. ‘Panta rei’; alles stroomt
Empedocles; 4 oerelementen
Anaxagoras: De NOUS (geest of denkstof), de supergeest, oppermachtig over alles wat leeft. Basiselementen van de wereld: spermata: de zaden of kiemen van de dingen die zelf onveranderlijk zijn maar zich vermengen met elkaar: goud is nooit 100% goud.
Leucippes en Democrites; oorsprong ‘atomen’
De opdracht die we hadden gekregen was om een natuurfilosoof uit te kiezen, hierover hadden we een tekst ontvangen. Uit de tekst moesten we een kernachtige vraagstelling halen waarin we de denkwijze van de filosoof lieten zien . Deze vraag moesten we op een leuke en eigen manier vertalen en er een activerend lesje van maken.
De natuurfilosoof die ik zou gaan behandelen was Anaximander, helaas heb ik het vanwege een griepje niet kunnen presenteren. Hieronder alsnog even in het kort de denkwijze van mijn natuurfilosoof.
Anaximander
Anaximander ging net als de andere natuurfilosofen op zoek naar het antwoord op de vraag; waaruit is alles ontstaan?
“Het begin van de wezens is het Onbegrensde; en van waaruit het leven van de wezens voortkomt daarin voltrekt zich ook hun vernietiging, volgens noodzakelijkheid, aangezien ze allemaal, de een aan de ander, de straf en de boete van de ongerechtigheid betalen, naar de regel van de tijd.”
Naar het ‘ene’ waaruit alles is ontstaan zal men, naar de regel van de tijd, wanneer ze komen te overlijden ook weer naar terugkeren. Het levensbeginsel is volgens deze filosoof een onbepaalde stof die hij het ‘apeiron’ noemt. Anaximander was er van overtuigd dat er wel een of ander superelement (apeiron) moest bestaan die de vier elementen water, lucht, vuur en aarde in evenwicht hield.
Zijn beeld van hoe de wereld is ontstaan;
“…in het begin was er alleen maar het apeiron, de grenzeloze stof, daarna scheidden het Warme en het Koude zich af, verplaatste de een zich naar het binnenste van het universum, waar ze respectievelijk het Droge en het vochtige voortbrachten. Volgens de beste familietradities bevochten deze twee elkaar voortdurend; `s zomers slaagde het Droge erin de overhand te krijgen en zich grote hoeveelheden zee toe te eigenen door ze in waterdamp om te zetten, en `s winters heroverde het vochtige zijn verloren positie door de wolken terug te pakken en ze naar beneden te laten vallen in de vorm van regen of sneeuw. Het apeiron zag er van bovenaf op toe dat geen van tweeën ooit de overhand kreeg.”
Anaximander beschreef dus niet enkel waaruit alles ontstaan is maar, zoals je uit het bovenstaande stukje tekst kunt halen, had hij ook al een idee over het ontstaan van de seizoenen. Hierin komt het natuurfilosofische aspect van kennis op doen door middel van empirie goed naar voren; door te kijken naar wat zich voordoet in de omringende werkelijkheid, komt hij stapje voor stapje tot een verklaring van hoe de wereld in elkaar zit of ontstaan is.
Het lesje;
Hoewel ik deze niet heb kunnen doen kan ik wel even in het kort vertellen over hoe we zijn idee wilden presenteren.
Het idee was om in het begin nog niemand te vertellen over het oerelement van deze natuurfilosoof. We zouden de klas opdelen in 4 groepen en ieder groepje een element geven; water, aarde, lucht en vuur. We zouden hun vervolgens vragen om te gaan nadenken over hun element, waarom hun element eventueel wel hét oerelement of superelement zou kunnen zijn en of ze wilden nadenken over wie ‘de vijand’ en wie ‘de vriend’ van dit element is.
( Bijvoorbeeld; water dooft vuur; water is de vijand van het element vuur, of vuur verdampt water; vuur is de vijand van water) Wanneer ze dit zouden hebben bepaald zouden we even kort hun element bespreken en hun ideeën hierover om vervolgens pas het oerelement van onze filosoof, het apeiron, te verkondigen. Zo konden we aantonen hoe anders zijn denkwijze was in vergelijking tot enkele andere natuurfilosofen die het oerelement als iets stoffelijk zagen, als water, aarde, lucht of vuur.
Een socratisch gesprek voeren...
Socratisch gesprek
Een socratisch gesprek houdt in dat je in de vorm van een dialoog, dus met elkaar en niet tegen elkaar in zoals bij een discussie, een helder filosofisch onderzoeksgesprek voert. Het uiteindelijke doel hiervan is om uit te komen op een zo scherp mogelijk gemeenschappelijk verhaal.
Hét socratische gesprek
Mijn klasgenootjes, Zuleika, Yoleen, Lora, Eva, Daphne en ik hebben samen een socratisch gesprek gevoerd. De vraagstelling die wij hebben onderzocht is; Wanneer mag je een afspraak schenden? Voor we konden beginnen moesten we eerst even de rollen verdelen, Zuleika nam de rol van gesprekleidster op zich, Yoleen was de notulist en Daphne, Lora, Eva en ik zouden in dialoog met elkaar gaan.
Als eerst hadden we ieder een casus bedacht, of een persoonlijk voorbeeld gegeven over het schenden van afspraken. Uiteindelijk hadden we mijn voorbeeld uitgekozen omdat deze wel gemakkelijk toepasbaar leek.
Voorbeeld;
Een vriend van mij kwam echt standaard te laat wanneer ik met hem had afgesproken, sprak je om 2uur met hem af dan kwam hij gerust om 3 uur aanwandelen. Hij bood wel altijd oprecht zijn excuses aan, maar kwam toch de volgende keer weer te laat. Later kwam hij erachter dat hij ADD heeft en dus ook moeite heeft met plannen, prioriteiten te stellen etc. Tegenwoordig kun je al wat beter afspraken met hem maken en anders kom ik zelf ook altijd gewoon wat later dan de afgesproken tijd, dat werkt ook wel prima. Maar goed, dit voorbeeld deed de vraag rijzen of iemand met ADD een afspraak mag schenden omdat hij/zij moeite heeft om zich er daadwerkelijk aan te houden?
Vervolgens gingen we wat dieper op deze casus in en naarmate we vorderde kwamen er steeds meer voorbeelden bij. Na verschillende situaties te hebben besproken leek het ons handig om eerst eens te gaan kijken wat we nu eigenlijk onder een afspraak verstaan, uiteindelijk kwamen we uit op de volgende definitie;
Een afspraak is een afspraak wanneer beide/alle partijen hiervan op de hoogte zijn en hiermee hebben ingestemd.
Hierbij kwamen we er ook achter dat er natuurlijk ook nog zoiets als ongeschreven normen en waarden zijn, wanneer je bijvoorbeeld een vriendschap met iemand aangaat dan leer je op gegeven moment elkaars normen en waarden kennen, en zijn er bepaalde ‘afspraken’ die binnen die vriendschap vallen zoals ‘op mijn verjaardagsfeestje komen.’ Deze afspraken ‘maak’ je dus wanneer je een vriendschap aangaat, dan heb je er mee ingestemd.
Vervolgens konden we ook nog verschillende afspraken onderscheiden, onder andere; zakelijke afspraken, afspraak met vrienden, school. Etc. We leken te zeggen dat je zakelijke afspraken eigenlijk niet kunt schenden omdat het vaak verplichtingen zijn die van tevoren zijn vastgesteld en waarbij het vaak gaat om geld wat een bedrijf natuurlijk niet wilt laten schieten. Hierdoor klonk het alsof we leken te zeggen dat afspraken met vrienden wel te verwaarlozen zijn, maar dat is misschien niet zo want hebben we ook niet bepaalde verplichtingen tegenover vrienden of binnen een vriendschap?
Kortom; we hadden veel te weinig tijd om het gesprek te eindigen we konden zo nog wel uren doorgaan.
Een socratisch gesprek houdt in dat je in de vorm van een dialoog, dus met elkaar en niet tegen elkaar in zoals bij een discussie, een helder filosofisch onderzoeksgesprek voert. Het uiteindelijke doel hiervan is om uit te komen op een zo scherp mogelijk gemeenschappelijk verhaal.
Hét socratische gesprek
Mijn klasgenootjes, Zuleika, Yoleen, Lora, Eva, Daphne en ik hebben samen een socratisch gesprek gevoerd. De vraagstelling die wij hebben onderzocht is; Wanneer mag je een afspraak schenden? Voor we konden beginnen moesten we eerst even de rollen verdelen, Zuleika nam de rol van gesprekleidster op zich, Yoleen was de notulist en Daphne, Lora, Eva en ik zouden in dialoog met elkaar gaan.
Als eerst hadden we ieder een casus bedacht, of een persoonlijk voorbeeld gegeven over het schenden van afspraken. Uiteindelijk hadden we mijn voorbeeld uitgekozen omdat deze wel gemakkelijk toepasbaar leek.
Voorbeeld;
Een vriend van mij kwam echt standaard te laat wanneer ik met hem had afgesproken, sprak je om 2uur met hem af dan kwam hij gerust om 3 uur aanwandelen. Hij bood wel altijd oprecht zijn excuses aan, maar kwam toch de volgende keer weer te laat. Later kwam hij erachter dat hij ADD heeft en dus ook moeite heeft met plannen, prioriteiten te stellen etc. Tegenwoordig kun je al wat beter afspraken met hem maken en anders kom ik zelf ook altijd gewoon wat later dan de afgesproken tijd, dat werkt ook wel prima. Maar goed, dit voorbeeld deed de vraag rijzen of iemand met ADD een afspraak mag schenden omdat hij/zij moeite heeft om zich er daadwerkelijk aan te houden?
Vervolgens gingen we wat dieper op deze casus in en naarmate we vorderde kwamen er steeds meer voorbeelden bij. Na verschillende situaties te hebben besproken leek het ons handig om eerst eens te gaan kijken wat we nu eigenlijk onder een afspraak verstaan, uiteindelijk kwamen we uit op de volgende definitie;
Een afspraak is een afspraak wanneer beide/alle partijen hiervan op de hoogte zijn en hiermee hebben ingestemd.
Hierbij kwamen we er ook achter dat er natuurlijk ook nog zoiets als ongeschreven normen en waarden zijn, wanneer je bijvoorbeeld een vriendschap met iemand aangaat dan leer je op gegeven moment elkaars normen en waarden kennen, en zijn er bepaalde ‘afspraken’ die binnen die vriendschap vallen zoals ‘op mijn verjaardagsfeestje komen.’ Deze afspraken ‘maak’ je dus wanneer je een vriendschap aangaat, dan heb je er mee ingestemd.
Vervolgens konden we ook nog verschillende afspraken onderscheiden, onder andere; zakelijke afspraken, afspraak met vrienden, school. Etc. We leken te zeggen dat je zakelijke afspraken eigenlijk niet kunt schenden omdat het vaak verplichtingen zijn die van tevoren zijn vastgesteld en waarbij het vaak gaat om geld wat een bedrijf natuurlijk niet wilt laten schieten. Hierdoor klonk het alsof we leken te zeggen dat afspraken met vrienden wel te verwaarlozen zijn, maar dat is misschien niet zo want hebben we ook niet bepaalde verplichtingen tegenover vrienden of binnen een vriendschap?
Kortom; we hadden veel te weinig tijd om het gesprek te eindigen we konden zo nog wel uren doorgaan.
De dwaasheid van het materialisme
Sadim Asinus was als klein jongetje al heel erg leergierig en pakte de leerstof veel sneller op dan de rest van zijn klasgenoten. Door zijn intelligentie was hij mentaal al veel verder dan de rest en zijn manier van denken maakte hem uitzonderlijk maar ook afzonderlijk want onbegrepen. Jarenlang heeft hij allerlei pesterijen moeten doorstaan wat hem harder maakte en nog introverter maar hem zeker niet hadden verslagen. Sadim stond hierboven, het leek hem totaal niet te interesseren wat anderen van hem vonden, hij voelde er ook niet zo veel voor om zich anders voor te gaan doen of aan te passen zodat hij meer geaccepteerd zou worden. Nee, Sadim had maar eén doel voor ogen en dat was wanneer hij klaar zou zijn met studeren, India en al de mensen die hem niet begrepen achter te laten en te vertrekken naar Amerika om in New York een nieuw leven te beginnen. Sadim wist precies wat hij wilde worden, rijk en succesvol, en hoe hij dat moest bereiken.
Het ging Sadim allemaal gemakkelijk af, nadat hij de studie Economische Wetenschappen (summa cum laude) had afgerond, waar hij overigens wel geliefd was bij zijn medestudenten want zij deelden zijn passie, vertrok hij al enkele maanden later naar New York. Sadim vond met zijn kwalificatie en wijze uitstraling al snel werk bij een van de grootste bedrijven van New York, The Goldman Sachs Group. Zijn werk bestond uit het financieel adviseren van grote bedrijven, rijke families en zelfs de overheid. Hij haalde een aantal grote bedrijven binnen en behoorde zo al binnen een jaar tot de topadviseurs, hij werd gepromoveerd en kreeg een kantoor met een prachtig stadszicht. Het ging hem echt voor de wind, zijn collega`s, velen jaloers maar ook velen vol bewondering voor deze slimme jongen, zeiden dan ook wel eens wanneer Sadim weer een groot bedrijf of rijke familie had binnen gehaald; “…everything that boy touches clearly turns into gold!” .
En ze hadden ook wel gelijk, het zat bij Sadim echt in de vingers, zo belegde hij eens in een bedrijf, waarbij niemand eigenlijk het financiële risico durfde te nemen, en verdiende er bakken met geld aan. Ieder ander zou het inzicht er niet voor hebben en toch altijd meer voor safe gaan maar Sadim had het wel. Als rijkdom een concept was dan was zijn bedenker Sadim. Hij had echt een gave en hoewel er al behoorlijke bedragen op zijn rekening en spaarrekening stonden leek het voor hem nooit genoeg te zijn, hij vond altijd wel een manier om aan nog meer geld te komen. Zijn levensstijl was dan ook wel erg mondain, zo bezat hij een aantal werelddelen, weliswaar aangelegde miniaturen daarvan in Dubai, en gaat er een gerucht te ronde dat hij zich iedere avond baadde in het genezende kristalwater van de zeldzame blauw- roze granaatsteen uit Madagaskar. Zijn bezittingen weerspiegelden zijn succes en ieder ander succes dat hij had werd weer weerspiegeld in bezittingen.
Sadim beschouwde zichzelf als een zeer gelukkig man, hij was trots op al wat hij bereikt had en had daardoor ook veel aanzien verkregen, hij voelde zich eindelijk maatschappelijk geaccepteerd. Toch voelde Sadim een gemis, een leegte die niet kon worden opgevuld met nieuwe bezittingen of zijn wekelijkse nachtelijke avontuurtjes tegen betaling. Sadim werd er ook niet jonger op en de jaren waren iéts te goed voor hem geweest en dat was wel te zien aan zijn buik die ieder jaar een centimeter meer over zijn broekband heen leek te groeien. Hij besloot daarom het World Wide Web te verkennen en schreef zich in bij verschillende datingsites, ook hiermee had hij al redelijk snel succes. Zijn eerste drie dates waren echt een drama en geen van zijn dates leek in welk opzicht dan ook op hoe zij zich op hun profiel hadden beschreven laat staan op de bijgevoegde foto’s, maar bij zijn vierde date, waar hij eigenlijk niet zulke hoge verwachtingen meer bij had, ontmoette hij de beeldschone Apate.
Sadim viel meteen als een blok voor Apate en haar mooie diep blauwe ogen en Apate leek ook voor hem te vallen, het was liefde op het eerste gezicht. Vijf maanden na hun eerste afspraakje vroeg de nog steeds smoorverliefde Sadim aan Apate of zij zijn vrouw wilde worden waarop zij volmondig ‘ja, ik wil’ zei. Sadim was helemaal in de wolken, hij deed echt alles voor zijn lieve Apate, wilde ze een straat met haar eigen naam dan kocht hij het voor haar, een in de badkamerspiegel geïntegreerde 3D- lcd- tv zodat ze tijdens het badderen Oprah kon kijken, binnen een dag had hij het voor haar geregeld. Niets was te gek of te veel, wat ze ook vroeg, Sadim regelde het voor haar, als Apate maar gelukkig was. Voor de wereld waren deze newly weds dan ook het nieuwe toonbeeld voor succes, ze werden gevraagd voor allerlei talkshows (en ja ook door Oprah) en in MTV Cribs kon je hun nederige stulpje bekijken tezamen met Sadim`s Ferrari collectie en Apate`s Gucci inloopkast.
Het leek alsof het lot Sadim en Apate bij elkaar hadden gebracht maar schijn bedriegt, Sadim`s door liefde verblindde ogen hadden niet gezien dat zijn geliefde Apate, die zijn administratie had overgenomen om zijn werkdruk te verminderen, geld had over gesluisd naar een banknummer in Mexico. Zijn ogen werden abrupt geopend toen hij van een zware werkdag thuis kwam en Apate, die normaal het eten al had bereidt en Sadim altijd netjes opwachtte aan een gedekte tafel, nergens te bekennen was. Hij had overal gekeken of hij haar kon vinden, in de serre, de biljartzaal, de garage, maar zijn zoektocht was tot nu toe tevergeefs. Eenmaal de slaapkamer te hebben bereikt werd zijn grootste angst werkelijkheid, Apate had al haar bezittingen meegenomen! Het eerder onopgemerkte briefje op de keukentafel bevestigde zijn voorgevoel ‘Adiós asno, ha sido muy agradable conocerte’. Apate had hem verlaten. Met zijn hoofd in zijn handen viel hij op de koude keukenvloer.
‘Ze heeft nooit van me gehouden!’ dacht hij. Sadim las het enige zinnetje dat Apate voor hem had achtergelaten opnieuw en opnieuw totdat de stekende woorden dof en ver weg klonken. Sadim was gebroken en door één simpel zinnetje had hij het gevoel alles te zijn kwijtgeraakt. Al zijn bezittingen deden er opeens niet meer toe, hij verachtte ze zelfs. Deze hadden er immers voor gezorgd dat hij door een, schijnbaar, op geld beluste vrouw was verleidt. De mensen hielden niet van hem omdat hij zo`n leuke persoonlijkheid heeft, zij zagen enkel zijn bezittingen, en hielden van zijn levensstijl! Wat heeft hij daar nu aan? Die bezittingen kunnen hem immers geen liefde geven. Sadim zag zijn succes en rijkdom nu meer als een vloek waar hij voor eens en voor altijd van af wilde. De dwaasheid van zijn materialistisch bestaan zag hij nu in. Met één luciferstrijk stak hij Apate`s briefje in de brand, het duurde niet lang voordat de vlammen oversloegen naar de rest van de villa en Sadim met zijn vloek in rook opgingen.
Het idee achter het verhaal…
Dit verhaal is geschreven naar aanleiding van de mythe ‘Koning Midas’, de bedoeling was om deze te herschrijven en te vertalen naar het ‘nu’. Nadat ik de mythe van ‘Koning Midas’ gebestudeerd had kwam er in mij een duidelijk thema naar boven, namelijk ‘rijkdom maakt niet gelukkig’. ( De mythe beslaat eigenlijk twee in elkaar overlopende mythes, maar ik heb me nu beperkt tot dit thema.) Verder dacht ik dat deze mythe symbolisch bedoeld was, gewoon een mooi verpakte boodschap. Wat ik met deze gegevens heb gedaan zal ik hieronder even vergelijkend neerzetten;
Koning Midas versus Sadim Asinus
Koning Midas zorgt goed voor een vriend van
de god Dionysus, in ruil voor zijn goede daad mag hij een wens doen. Deze is echter erg ‘dwaas’, want hij wenst dat hij alles in goud kon veranderen. In het begin was dit leuk maar wanneer hij zijn maal naar binnen wilt werken verandert ook deze in goud. Koning Midas zag de dwaasheid van zijn wens in, en zag deze nu als vloek; hij zou gedoemd zijn honger te lijden. In de rivier de Paktolos mag hij na gesmeekt te hebben bij de god Dionysus zijn schuld/vloek afwassen
Sadim Asinus is een erg slimme jongen maar hij richt zich alleen maar op materialistische zaken, wat achteraf dan ook weer ‘dwaas’ blijkt te zijn. Hij is zeer zakelijk aangelegd en zijn collega`s zeggen dan ook wel over hem; “…everything that boy touches clearly turns into gold!” . Sadim wilde steeds meer rijkdom verwerven en een luxe levensstijl leiden. Uiteindelijk trouwt hij met Apate die hem vervolgens beroofd en hem gebroken achterlaat. Zijn rijkdom ziet hij nu als een vloek; hij zou gedoemd zijn tot ‘onechte’ liefde. Hij verbrandt zijn vloek/rijkdom.
In beide verhalen worden de hoofdpersonen door hun rijkdom beperkt, wat ze écht willen hebben of nodig hebben kunnen ze niet krijgen.
De symbolische geladenheid van de mythe van Koning Midas heb ik terug laten komen in mijn verhaal door er veel symboliek in te stoppen. Zo ben ik op de naam Sadim gekomen door de naam Midas te spiegelen. De achternaam ‘Asinus’ komt uit het Grieks en betekent ezel, en staat dus voor zijn dwaasheid. Verder heb ik het verhaal ook opgedeeld in strofen van 11,(althans bij de ingeleverde versie:P) een getal dat in verband wordt gebracht met ‘gek’ en ‘dwaas’, het nét niet perfecte getal ( zijn leven leek perfect maar bleek dit niet te zijn.) .
Ook heb ik met een aantal woorden gerefereerd naar ‘rijkdom’, naar geld ; “The Goldman Sachs Group”, “safe”, “…everything that boy touches clearly turns into gold!” . En met deze laatste woorden ook naar de wens van Koning Midas. Apate is ook niet zomaar een willekeurige naam, zij is namelijk de Godin van de misleiding, in haar nam lag dus al besloten wat voor persoonlijkheid ze heeft.
Als laatst wilde ik ook een aantal onbegrijpelijke factoren in mijn verhaal; ‘…en gaat er een gerucht te ronde dat hij zich iedere avond baadde in het genezende kristalwater van de zeldzame blauw- roze granaatsteen uit Madagaskar.’, ‘Adiós asno, ha sido muy agradable conocerte’ (wat overigens ‘Tot ziens, ezel, het was leuk je gekend te hebben’ betekent.) Deze factoren die je niet meteen écht begrijpt wilde ik er in hebben, omdat er in een mythe ook vaak dingen in staan die onbegrijpelijk zijn omdat deze niet met je werkelijkheid overeenkomen.
Wat mij ook opviel is dat de boodschap van een mythe vaak pas in de laatste alinea naar voren komt, daarom heb ik de boodschap ook maar in de laatste alinea verwerkt. Ik heb mezelf dus redelijk aan de structuur van de mythe van koning Midas gehouden maar heb er wel mijn eigen draai aan gegeven, hierdoor is mijn mythe waarschijnlijk ook wel een beetje lang geworden. Een andere reden daarvoor is dat ik het wel moeilijk vond om bij de kern of het thema van het verhaal te blijven, en al helemaal omdat ik mezelf de 11-regels – regel had opgelegd.
Het ging Sadim allemaal gemakkelijk af, nadat hij de studie Economische Wetenschappen (summa cum laude) had afgerond, waar hij overigens wel geliefd was bij zijn medestudenten want zij deelden zijn passie, vertrok hij al enkele maanden later naar New York. Sadim vond met zijn kwalificatie en wijze uitstraling al snel werk bij een van de grootste bedrijven van New York, The Goldman Sachs Group. Zijn werk bestond uit het financieel adviseren van grote bedrijven, rijke families en zelfs de overheid. Hij haalde een aantal grote bedrijven binnen en behoorde zo al binnen een jaar tot de topadviseurs, hij werd gepromoveerd en kreeg een kantoor met een prachtig stadszicht. Het ging hem echt voor de wind, zijn collega`s, velen jaloers maar ook velen vol bewondering voor deze slimme jongen, zeiden dan ook wel eens wanneer Sadim weer een groot bedrijf of rijke familie had binnen gehaald; “…everything that boy touches clearly turns into gold!” .
En ze hadden ook wel gelijk, het zat bij Sadim echt in de vingers, zo belegde hij eens in een bedrijf, waarbij niemand eigenlijk het financiële risico durfde te nemen, en verdiende er bakken met geld aan. Ieder ander zou het inzicht er niet voor hebben en toch altijd meer voor safe gaan maar Sadim had het wel. Als rijkdom een concept was dan was zijn bedenker Sadim. Hij had echt een gave en hoewel er al behoorlijke bedragen op zijn rekening en spaarrekening stonden leek het voor hem nooit genoeg te zijn, hij vond altijd wel een manier om aan nog meer geld te komen. Zijn levensstijl was dan ook wel erg mondain, zo bezat hij een aantal werelddelen, weliswaar aangelegde miniaturen daarvan in Dubai, en gaat er een gerucht te ronde dat hij zich iedere avond baadde in het genezende kristalwater van de zeldzame blauw- roze granaatsteen uit Madagaskar. Zijn bezittingen weerspiegelden zijn succes en ieder ander succes dat hij had werd weer weerspiegeld in bezittingen.
Sadim beschouwde zichzelf als een zeer gelukkig man, hij was trots op al wat hij bereikt had en had daardoor ook veel aanzien verkregen, hij voelde zich eindelijk maatschappelijk geaccepteerd. Toch voelde Sadim een gemis, een leegte die niet kon worden opgevuld met nieuwe bezittingen of zijn wekelijkse nachtelijke avontuurtjes tegen betaling. Sadim werd er ook niet jonger op en de jaren waren iéts te goed voor hem geweest en dat was wel te zien aan zijn buik die ieder jaar een centimeter meer over zijn broekband heen leek te groeien. Hij besloot daarom het World Wide Web te verkennen en schreef zich in bij verschillende datingsites, ook hiermee had hij al redelijk snel succes. Zijn eerste drie dates waren echt een drama en geen van zijn dates leek in welk opzicht dan ook op hoe zij zich op hun profiel hadden beschreven laat staan op de bijgevoegde foto’s, maar bij zijn vierde date, waar hij eigenlijk niet zulke hoge verwachtingen meer bij had, ontmoette hij de beeldschone Apate.
Sadim viel meteen als een blok voor Apate en haar mooie diep blauwe ogen en Apate leek ook voor hem te vallen, het was liefde op het eerste gezicht. Vijf maanden na hun eerste afspraakje vroeg de nog steeds smoorverliefde Sadim aan Apate of zij zijn vrouw wilde worden waarop zij volmondig ‘ja, ik wil’ zei. Sadim was helemaal in de wolken, hij deed echt alles voor zijn lieve Apate, wilde ze een straat met haar eigen naam dan kocht hij het voor haar, een in de badkamerspiegel geïntegreerde 3D- lcd- tv zodat ze tijdens het badderen Oprah kon kijken, binnen een dag had hij het voor haar geregeld. Niets was te gek of te veel, wat ze ook vroeg, Sadim regelde het voor haar, als Apate maar gelukkig was. Voor de wereld waren deze newly weds dan ook het nieuwe toonbeeld voor succes, ze werden gevraagd voor allerlei talkshows (en ja ook door Oprah) en in MTV Cribs kon je hun nederige stulpje bekijken tezamen met Sadim`s Ferrari collectie en Apate`s Gucci inloopkast.
Het leek alsof het lot Sadim en Apate bij elkaar hadden gebracht maar schijn bedriegt, Sadim`s door liefde verblindde ogen hadden niet gezien dat zijn geliefde Apate, die zijn administratie had overgenomen om zijn werkdruk te verminderen, geld had over gesluisd naar een banknummer in Mexico. Zijn ogen werden abrupt geopend toen hij van een zware werkdag thuis kwam en Apate, die normaal het eten al had bereidt en Sadim altijd netjes opwachtte aan een gedekte tafel, nergens te bekennen was. Hij had overal gekeken of hij haar kon vinden, in de serre, de biljartzaal, de garage, maar zijn zoektocht was tot nu toe tevergeefs. Eenmaal de slaapkamer te hebben bereikt werd zijn grootste angst werkelijkheid, Apate had al haar bezittingen meegenomen! Het eerder onopgemerkte briefje op de keukentafel bevestigde zijn voorgevoel ‘Adiós asno, ha sido muy agradable conocerte’. Apate had hem verlaten. Met zijn hoofd in zijn handen viel hij op de koude keukenvloer.
‘Ze heeft nooit van me gehouden!’ dacht hij. Sadim las het enige zinnetje dat Apate voor hem had achtergelaten opnieuw en opnieuw totdat de stekende woorden dof en ver weg klonken. Sadim was gebroken en door één simpel zinnetje had hij het gevoel alles te zijn kwijtgeraakt. Al zijn bezittingen deden er opeens niet meer toe, hij verachtte ze zelfs. Deze hadden er immers voor gezorgd dat hij door een, schijnbaar, op geld beluste vrouw was verleidt. De mensen hielden niet van hem omdat hij zo`n leuke persoonlijkheid heeft, zij zagen enkel zijn bezittingen, en hielden van zijn levensstijl! Wat heeft hij daar nu aan? Die bezittingen kunnen hem immers geen liefde geven. Sadim zag zijn succes en rijkdom nu meer als een vloek waar hij voor eens en voor altijd van af wilde. De dwaasheid van zijn materialistisch bestaan zag hij nu in. Met één luciferstrijk stak hij Apate`s briefje in de brand, het duurde niet lang voordat de vlammen oversloegen naar de rest van de villa en Sadim met zijn vloek in rook opgingen.
Het idee achter het verhaal…
Dit verhaal is geschreven naar aanleiding van de mythe ‘Koning Midas’, de bedoeling was om deze te herschrijven en te vertalen naar het ‘nu’. Nadat ik de mythe van ‘Koning Midas’ gebestudeerd had kwam er in mij een duidelijk thema naar boven, namelijk ‘rijkdom maakt niet gelukkig’. ( De mythe beslaat eigenlijk twee in elkaar overlopende mythes, maar ik heb me nu beperkt tot dit thema.) Verder dacht ik dat deze mythe symbolisch bedoeld was, gewoon een mooi verpakte boodschap. Wat ik met deze gegevens heb gedaan zal ik hieronder even vergelijkend neerzetten;
Koning Midas versus Sadim Asinus
Koning Midas zorgt goed voor een vriend van
de god Dionysus, in ruil voor zijn goede daad mag hij een wens doen. Deze is echter erg ‘dwaas’, want hij wenst dat hij alles in goud kon veranderen. In het begin was dit leuk maar wanneer hij zijn maal naar binnen wilt werken verandert ook deze in goud. Koning Midas zag de dwaasheid van zijn wens in, en zag deze nu als vloek; hij zou gedoemd zijn honger te lijden. In de rivier de Paktolos mag hij na gesmeekt te hebben bij de god Dionysus zijn schuld/vloek afwassen
Sadim Asinus is een erg slimme jongen maar hij richt zich alleen maar op materialistische zaken, wat achteraf dan ook weer ‘dwaas’ blijkt te zijn. Hij is zeer zakelijk aangelegd en zijn collega`s zeggen dan ook wel over hem; “…everything that boy touches clearly turns into gold!” . Sadim wilde steeds meer rijkdom verwerven en een luxe levensstijl leiden. Uiteindelijk trouwt hij met Apate die hem vervolgens beroofd en hem gebroken achterlaat. Zijn rijkdom ziet hij nu als een vloek; hij zou gedoemd zijn tot ‘onechte’ liefde. Hij verbrandt zijn vloek/rijkdom.
In beide verhalen worden de hoofdpersonen door hun rijkdom beperkt, wat ze écht willen hebben of nodig hebben kunnen ze niet krijgen.
De symbolische geladenheid van de mythe van Koning Midas heb ik terug laten komen in mijn verhaal door er veel symboliek in te stoppen. Zo ben ik op de naam Sadim gekomen door de naam Midas te spiegelen. De achternaam ‘Asinus’ komt uit het Grieks en betekent ezel, en staat dus voor zijn dwaasheid. Verder heb ik het verhaal ook opgedeeld in strofen van 11,(althans bij de ingeleverde versie:P) een getal dat in verband wordt gebracht met ‘gek’ en ‘dwaas’, het nét niet perfecte getal ( zijn leven leek perfect maar bleek dit niet te zijn.) .
Ook heb ik met een aantal woorden gerefereerd naar ‘rijkdom’, naar geld ; “The Goldman Sachs Group”, “safe”, “…everything that boy touches clearly turns into gold!” . En met deze laatste woorden ook naar de wens van Koning Midas. Apate is ook niet zomaar een willekeurige naam, zij is namelijk de Godin van de misleiding, in haar nam lag dus al besloten wat voor persoonlijkheid ze heeft.
Als laatst wilde ik ook een aantal onbegrijpelijke factoren in mijn verhaal; ‘…en gaat er een gerucht te ronde dat hij zich iedere avond baadde in het genezende kristalwater van de zeldzame blauw- roze granaatsteen uit Madagaskar.’, ‘Adiós asno, ha sido muy agradable conocerte’ (wat overigens ‘Tot ziens, ezel, het was leuk je gekend te hebben’ betekent.) Deze factoren die je niet meteen écht begrijpt wilde ik er in hebben, omdat er in een mythe ook vaak dingen in staan die onbegrijpelijk zijn omdat deze niet met je werkelijkheid overeenkomen.
Wat mij ook opviel is dat de boodschap van een mythe vaak pas in de laatste alinea naar voren komt, daarom heb ik de boodschap ook maar in de laatste alinea verwerkt. Ik heb mezelf dus redelijk aan de structuur van de mythe van koning Midas gehouden maar heb er wel mijn eigen draai aan gegeven, hierdoor is mijn mythe waarschijnlijk ook wel een beetje lang geworden. Een andere reden daarvoor is dat ik het wel moeilijk vond om bij de kern of het thema van het verhaal te blijven, en al helemaal omdat ik mezelf de 11-regels – regel had opgelegd.
Abonneren op:
Posts (Atom)